Geheugenproblemen
Geheugenstoornissen vormen een belemmering voor de revalidatie bij het aanleren of herleren van nieuwe vaardigheden. Het geheugen is het vermogen informatie op te slaan (inprenten), te bewaren (onthouden) en later weer toe te passen, waaronder zowel reproduceren (opdiepen/ recall), als herkennen (recognitie) wordt verstaan.
Een veelgebruikte onderverdeling van ‘geheugen’ is het korttermijn geheugen (werkgeheugen) en het langtermijn geheugen, waarbij het langtermijn geheugen bestaat uit het declaratieve (bewuste of expliciete) geheugen en procedureel geheugen. Bij het korttermijn geheugen gaat het om kortdurend vasthouden van informatie (hoogstens een paar minuten) in het geheugen.
Deze vaardigheid speelt ook een rol bij het plannen van complexe taken waarbij veel executieve controle nodig is. Informatie uit het korttermijn geheugen wordt opgeslagen in het langtermijn geheugen wanneer deze informatie wordt herhaald. Het declaratieve (of bewuste of expliciete) geheugen heeft betrekking op kennis die wordt afgeleid uit ervaringen en gebeurtenissen. Dit geheugen speelt een belangrijke rol bij het herleren of aanleren van activiteiten waarbij bewuste organisatie en planning een rol spelen zoals bij zelfzorg. Procedureel (of automatisch) geheugen heeft betrekking op vaardigheden die worden geleerd en onthouden, en dan met name het leren of inslijpen van motorische vaardigheden.
Voor het trainen van het geheugen kan gebruikgemaakt worden van compensatiestrategieën waarbij gebruik wordt gemaakt van externe strategieën zoals een stappenplan op papier, of interne strategieën als visuele voorstellingen.
De geheugenproblemen waar mensen met Fibromyalgie vaak last van hebben worden meestal aangeduid onder de samenvattende naam “Fibro-fog” (of Fibromist).