De behandeling van pijn
Pijn kan op allerlei manieren worden behandeld. De behandeling van pijn is logischerwijs enorm afhankelijk van de soort, de intensiteit en de oorzaak van de pijnklachten. Acute, uitwendige, mechanische weefselpijn kan simpelweg “causaal” worden weggenomen door de oorzaak aan te pakken. Een splinter verwijder je; verbranding bekoel je; bevriezing ontdooi je; een snee hecht je, kanker bestraal je, een infectie bestrijd je en een breuk zet je.
Maar chronische zenuwpijn is een beduidend lastiger verhaal; des te méér als er een psychologisch aspect mee gemoeid is. De exacte oorzaak is dan immers lastig aan te wijzen, laat staan te behandelen. In dat geval wordt symptomatische pijnbestrijding oftewel symptoombestrijding toegepast. De pijn zélf wordt gestild, zonder dat de achterliggende oorzaak wordt verholpen. Het ziekteverloop wordt dan simpelweg draaglijk gemaakt met “onderhoudsmedicatie”.
Tijdens onze jeugd worden in ons brein tussen de vele hersencellen verbindingen gemaakt. De aanmaak van deze verbindingen hebben we voor een groot deel zelf in de hand en kunnen we ook op volwassen leeftijd nog veranderen. De verbindingen komen namelijk tot stand door de activiteiten die we verrichten en de gedachten die we ons eigen maken. De verbindingen worden versterkt door herhaling van de activiteit of gedachte. Zo gaat dat soms ook met de beleving van pijn. Als je een keer in een bepaalde situatie pijn hebt ervaren, verwacht je brein dat die pijn zich opnieuw zal voordoen als je je in dezelfde situatie bevindt. Wanneer dat dan ook effectief gebeurt, wordt die overtuiging gesterkt en wordt die verbinding steviger aangelegd. Eenzelfde situatie zal dus telkens opnieuw die pijn oproepen. Uiteindelijk wordt de pijn een verwachting, een gewoonte die meer en meer opduikt en kun je te kampen krijgen met chronische pijn.
Het komt er op aan zoveel mogelijk van die verbindingen die in je hersenen gemaakt zijn richting pijn, om te buigen in een nieuwe, positieve ervaring.
Door de aandacht af te leiden van de pijn, bijvoorbeeld door te investeren in andere taken, zou er minder aandacht overblijven voor de pijn. Dit is een intuïtief logische verklaring, maar ook nu zijn de bewijzen niet geheel consistent. Voor een deel komt dit weer door verschillen in onderzoeksmethodieken. Er zijn aanwijzingen dat de perceptuele lading belangrijk is bij afleiding (zwaarder is beter). Ook affectieve kenmerken kunnen belangrijk zijn. Van positieve emoties is ondertussen bekend dat ze de pijnperceptie gunstig beïnvloeden. Het kijken naar plezierige plaatjes tijdens pijnstimulatie verhoogt de pijntolerantie en vermindert de pijn intensiteit. In een klinische setting melden kanker patiënten dat pijnafleiding beter werkt als de stimulus interessant, belangrijk en plezierig was (Buck, e.a., 2006). Aandacht afleiding moet dan ook aangeleerd worden en bij voorkeur ten dienste staan van een waardevol leven. In diverse revalidatiebehandelingen ziet men dit streven terug.