Het gebruik van hulpmiddelen

Veel mensen met Fibromyalgie krijgen door pijn- of andere klachten moeite met bepaalde handelingen die in het dagelijkse leven (moeten) worden gedaan. Dit kan variëren van huishoudelijk werk tot lopen tot hobby’s uitoefenen etc. Hier zouden hulpmiddelen uw taken aanzienlijk kunnen vereenvoudigen. Er zijn verschillende soorten hulpmiddelen. Denk hierbij aan bijvoorbeeld een rolstoel of wandelstok of kleine keukenhulpjes om een pot open te draaien of vlees te snijden. Een andere vorm van een hulpmiddel kan aangepaste schoeisel zijn of aanpassingen in en om het huis, zoals een drempel voor een rolstoel of een traplift..

Voor veel mensen is het een (soms grote) drempel om toe te moeten geven dat ze het niet zelf meer kunnen en een hulpmiddel nodig hebben. Men denkt hierbij heel vaak aan wat anderen ervan zullen denken. Alhoewel dit begrijpelijk is en voor velen herkenbaar, wil ik toch nog even specifiek de voordelen van hulpmiddelen aankaarten :

Een hulpmiddel is een item dat u gebruikt om uw leven iets makkelijker te maken. Niets meer en niets minder. Als u een gebroken been heeft of aan uw knie geopereerd ben, zult u ook enige tijd een hulpmiddel nodig hebben en dan vinden we het heel gewoon. Waarom anders niet?
U spaart uw gewrichten en spieren. Dit kan voorkomen dat uw klachten sneller verergeren.
Het bespaart u pijn van het krachtig inspannen van uw spieren en pezen.
Het vergroot uw gevoel van zelfstandigheid omdat u niet altijd om hulp hoeft te vragen.
Het gemak dat u ervan heeft.

Waar kunt u terecht als u een hulpmiddel nodig heeft?

Mocht u een hulpmiddel nodig hebben, is het van groot belang eerst vast te stellen op wat voor gebied en wat voor type hulpmiddel u nodig heeft.
Voor persoonlijke verzorging: wassen en aankleden, eten, drinken en medische verzorging.
Voor in huis: huishouden, keukeninrichting, koken, hobby’s, zitten, slapen, woningaanpassing.
Voor vervoer: loophulpmiddelen, auto, fiets en scootmobiel.
Bij beperkingen: hand- en voetproblemen (schoenen, orthesen, zooltjes).
Voor op de werkplek: in overleg met uw werkgever en de Arbodienst kunt u aanpassingen en hulpmiddelen krijgen om uw werk te kunnen blijven doen.

De desbetreffende hulpverleners kunnen u verder adviseren waar u terecht kan voor het aanvragen van deze hulpmiddelen en zelfs soms met het invullen van de benodigde formulieren.