Uitleg aan werkgever en/of collega’s
Allereerst benadruk ik dat het voor iedereen een persoonlijke keuze is of en wanneer jij je werkgever en of collega’s uitleg geeft over het feit dat je Fibromyalgie hebt. Er zijn vele voor en nadelen aan verbonden, om over het wettelijk aspect niet eens te praten. Deze informatie gaat daar beslist niet over. Dit is iets dat ieder voor zich moet besluiten, omdat elke situatie anders ligt.
Dus het OF en WANNEER laten we even buiten beschouwing. Wat wij wel graag willen uitleggen is HOE je het aan je werkgever en/of collega’s kan uitleggen.
Uiteraard zijn zoals met alles, ook hier positieve en negatieve gevolgen aan verbonden.
De negatieve gevolgen kunnen zijn :
- Je werkgever kan misschien gaan twijfelen of jij je taak en/of het werkdruk aankan.
- Om deze reden kan er ook twijfel ontstaan bij een volgende promotie
De positieve gevolgen kunnen zijn:
- Veel minder stress op het werk, derhalve vaak minder pijn en vermoeidheid
- Ondersteuning van je werkgever en collega’s
- Meer begrip en flexibiliteit bij het maken van schema’s en indeling van werk
- De mogelijkheid om evt. soms thuis te werken kan hierdoor bespreekbaar worden
Tips voor het gesprek met uw werkgever :
- Zorg dat u goed voorbereid bent en maak een checklist van wat u wilt bespreken met uw werkgever. Denk hierbij aan welke moeilijkheden u ervaart in het werk door uw aandoening, evt. veranderingen aan uw werkplek, etc.
- Zorg dat wanneer u de afspraak maakt met uw werkgever hier voldoende tijd voor is ingepland.
- Wees absoluut duidelijk en laat niets aan de verbeelding over. Als mensen zelf details moeten invullen zullen deze zelden accuraat zijn, omdat zij jouw situatie niet kennen. Het is daarom jouw plicht om duidelijk te maken wat deze aandoening betekent en wat de beperkingen zijn.
- Wees creatief in het verzinnen van oplossingen en leg jezelf geen beperkingen op. Je laat namelijk op deze manier je werkgever zien dat je meedenkt en mee wilt werken.
- Overleg met de werkgever of en wat de collega’s over je aandoening moeten weten. Geef hierbij duidelijk je eigen voorkeur aan, en benoem de reden hiervoor. Bedenk dat als jij je collega’s niets vertelt, je misschien soms aangezien kan worden als lui of niet capabel voor je taak. Dit kan gevolgen hebben voor de samenwerking en je functie.
- Zorg dat je de kans krijgt om te zeggen wat je voelt dat besproken moet worden, maar misschien nog wel belangrijker is :
- Luister ook naar je werkgever, en verplaats je ook eens in zijn/haar situatie.
Voorbeelden uit de praktijk :
De meeste deelnemers vinden het ook lastig om de gevolgen ervan aan te geven richting anderen zoals leidinggevende en collega’s.
‘Hoe leg ik het steeds weer uit aan anderen hoe het met me gaat? Dat ik de ene dag meer kan dan de andere’.
Ook het zelf accepteren dat je niet meer alles kunt en het bewaken van de eigen grenzen is een lastig punt. Enkele deelnemers geven aan dat ze afgeremd moeten worden: ze nemen te veel hooi op hun vork. Iets wat in de groep herkend wordt als een vorm van ‘overcompensatie’. Beter willen presteren dan “gezonde” collega’s is een ervaring die gedeeld wordt.
‘Ik vind het lastig om te signaleren wanneer vermoeidheid toeslaat. Met als gevaar dat ik soms te lang doorga.’
De motivatie van een werknemer die chronisch ziek is, is vaak 200% Deelnemers lopen ook tegen onbegrip aan. Van een leidinggevende die vaardigheden mist om een goed gesprek te voeren, een bedrijfsarts met te weinig kennis over de ziekte tot onbegrip van collega’s.
‘Collega’s snappen niet dat ik de ene dag heel goed kan functioneren en de andere dag niets waard ben. Ik heb teamleiders en collega’s informatie gegeven over mijn spierziekte, maar ik heb niet de indruk dat ze het gelezen hebben’.
‘Door mijn spierziekte ben ik 100% afgekeurd, maar ik werk drie ochtenden in de week. Ik wil hetzelfde doen als voorheen, maar dat lukt natuurlijk niet. Dit geeft spanning, ook met collega’s. Ik krijg regelmatig de vraag waarom ik eigenlijk zo graag wil werken’.
Bij een chronische ziekte speelt mee dat op den duur de betrokkenheid afneemt. Bij de diagnose van een aangrijpende ziekte is er vaak alle aandacht en begrip. Bij een chronische ziekte wordt het ‘gewoon’ en hebben anderen niet meer door wat de ziekte voor je dagelijks leven en werk inhoudt. Als je terug bent op het werk gaat men er al snel vanuit dat je alles weer kan. En ook zelf kan je in deze valkuil trappen. Het is belangrijk om je eigen grenzen te bewaken en te leren ‘nee’ te zeggen, was een van de conclusies.
‘Op mijn oude werk werd gezegd dat ik zelf mijn grenzen aan moest geven. Dit heb ik altijd heel moeilijk gevonden. Ik wil teveel. Mijn leidinggevende zag dat het niet meer ging en wilde dat ik minder ging werken. Ze had gelijk, maar dit was heel confronterend voor mij.’
Bron : http://www.kcco.nl/doc/kennisbank/werken_met_chronische_ziekte_focusgroepverslag_2012.pdf
Als je als werknemer in loondienst chronisch ziek wordt, kun je veel vragen hebben. Bijvoorbeeld over je functie, arbeidsvoorwaarden en eventuele uitkering. Er zijn diverse instanties en bedrijven die je hier heel waardevol (soms ook juridisch) advies bij kan geven. Zo is er bijvoorbeeld de “Denkhulp Werk en Chronisch” en “Werk en Chronisch ziek” die alle vragen over werk en inkomen beantwoorden. Dit gaat onder andere over de rechten, plichten en veranderingen die relevant zijn voor werknemers. Ook krijg je inzicht in de gevolgen van de keuzes die je maakt voor het inkomen. De links naar deze websites zijn: